Johan de Kleuver gaf dit jaar een workshop in de Pelgrimkerk in Haarlem en is schrijver van het boek Sociale Architectuur, waarin hij het sociale bouwproces van woongemeenschappen beschrijft. Hij deelt iets over zijn ‘missie voor het leven’ en over zijn betrokkenheid bij leefgemeenschappen.

Wie ben je en wat is jouw link met het gemeenschapsleven?
"Achteraf denk ik vaak: wat waren we jong. Ik ben Johan de Kleuver, initiatiefnemer van een middelgrote woongroep in Haarlem (woongroep-haarlem.nl), samen met mijn partner Marret Kramer. We leerden elkaar kennen op de Sociale Academie Ede. We deden daar aan analyse van maatschappelijke trends en werden geconfronteerd met het Rapport van Rome “Grenzen aan de groei”. We trouwden en zouden gaan wonen waar de eerste een baan zou vinden, dat was ik bij Youth for Christ Haarlem. We werden lid van de Gereformeerde kerk, de Wilhamina- en Pelgrimkerk (!). We boden aan om een groep jonggehuwden op te zetten en vertelden ook over onze kerkvisie voor de toekomst: niet de zondagse viering zou centraal moeten staan, maar echte gemeenschappen die het leven solidair met elkaar deelden en open stonden voor mensen van buiten de kerk.
Die visie vond geen weerklank. Voor ons betekende dat: doorgaan op een andere manier, want wij ervoeren het als een missie voor ons leven. Onze groep werd naast de kerken stapsgewijs opgebouwd met mensen uit diverse kerkgenootschappen. Eerst de kerkgroep opbouwen, daarna het project ontwikkelen en grotendeels zelf bouwen. Niet naar gezocht maar wel gekregen: een aannemer en een architect als leden van onze groep. Dit jaar draaien we vanaf 1989 al 36 jaar stabiel met circa 35 mensen in 18 appartementen, kantoren en groepsvoorzieningen."
Hoe ben je betrokken geraakt bij de SCHOOL voor Leefgemeenschappen?
"Ik kreeg een telefoontje of ik wilde helpen bij het opzetten van een woongemeenschap direct naast de Pelgrimkerk. Mijn reactie: natuurlijk, al is het 35 jaar later 😉. Al die jaren heb ik startende groepen ontvangen om inzichten en kennis over te dragen wat het vergt om een stabiele gemeenschap te vormen. Daar ligt dus mijn bijdrage binnen de school. Ik noem het ‘sociale architectuur’."
Wat houdt die ‘sociale architectuur’ voor jou in en waarom is dat belangrijk?
"Na drie jaar gewerkt te hebben voor Youth for Christ ben ik fulltime gaan studeren: sociale- en klinische psychologie. Kort gezegd is dat het gebied tussen de mensen en tussen de oren. Kennis van menselijke wetmatigheden fascineerde mij zeer. Die kennis heb ik ook toegepast in het opzetten van onze gemeenschap. Bij het bouwen van een fysiek huis vinden we het heel vanzelfsprekend om goed te luisteren naar een bouwkundige en architect. Hoe zit het met een deugdelijke fundering, welke dikte van balken heb je nodig voor een overspanning, etc. Datzelfde geldt mijns inziens evenzeer voor psychologische processen en principes. In een Amerikaans boek over gemeenschappen stond een hoofdstukje ‘Why 90% fail’. Ik herkende dat meteen: het overgrote deel van de initiatieven komt niet van de grond. Het is een lange en moeilijke weg en stelt hoge eisen aan vooral de startende kerngroep. Daarom sprak het idee van een school voor leefgemeenschappen mij meteen aan.
Als ik groepjes van startende initiatieven had gesproken was de eindvraag vaak: wat heb je voor ons op papier? Ik moest dan altijd zeggen: vrijwel niets. Tot aan de 2e lockdown, toen heb ik alles eens netjes uitgeschreven, resulterend in het boekje Sociale architectuur - Het sociale bouwproces van woongemeenschappen. Dit wordt binnen de school voor leefgemeenschappen ook gebruikt als lesmateriaal."
Hoe kijk je terug op je workshop in de Pelgrimkerk?
Ik heb een eerste korte workshop gegeven in de Pelgrimkerk. Het bijzondere daarbij is dat de hele projectontwikkeling en financiering niet op de schouders drukt van de startende groep. Dat scheelt enorm veel en dus neemt de kans sterk toe dat hier een gemeenschap van de grond gaat komen. Blijft over het bouwen van een sociale gemeenschap die het met elkaar goed heeft en goed blijft houden door de jaren heen. En dat vergt inzichten, complementaire talenten en nog steeds: doorzettingsvermogen. Wat een luxe dat er dan begeleiders zijn die dat proces kunnen ondersteunen!
Reactie plaatsen
Reacties